Het luidheidswerk van de European Broadcast Union (EBU) heeft gepiekt. In veel landen is R 128 inmiddels de norm voor televisiegeluid. De updates van de Loudness specs waaraan de EBU PLOUD groep nu werkt, zullen dan ook niet revolutionair zijn, maar zeker wel nuttig.
Het was in 2010 dat de EBU ‘Recommendation 128’ publiceerde en daarmee wereldwijd de standaard zette voor het eenduidig meten van ‘hoe hard’ programmageluid door mensen wordt ervaren. R 128 is gebaseerd op eerder werk in ITU verband, de zogenaamde ITU-R BS.1770 aanbeveling. Het Europese werk heeft die specificatie echter aanzienlijk verbeterd, met name dankzij de introductie van de zogenaamde ‘relative gate’; een slim trucje om luidheidsmeters een wijd spectrum aan programmamateriaal op een eenduidige manier te laten beoordelen.
Vijf jaar na de introductie is R 128 in gebruik of zijn er plannen voor gebruik in de meeste Europese landen. De norm wordt ondersteund in producten van meer dan 75 fabrikanten, variërend van studiometers tot quality control software. Ondertussen is het vanuit de EBU-hoek wat stiller geworden wat luidheid betreft. De publicatie van een bijlage voor commercials en andere ‘short form’ content (zie kader) is bijvoorbeeld niet van de daken geschreeuwd. Vijf jaar ervaring. Dat heeft deels te maken met het feit dat R 128 zo bekend is, dat het weinig extra tromgeroffel nodig heeft.
Anderzijds is de kern van het werk simpelweg gedaan en verplaatst de aandacht zichContent meter nu naar andere terreinen zoals muziekproductie en de filmindustrie. Die vallen niet allemaal binnen de scope van het EBU-werk, hoewel het vaak wel dezelfde experts zijn die zich ermee bezighouden. Dit alles betekent echter niet dat er geen loudness verbetering meer te behalen is in het broadcastdomein. De ervaring van vijf jaar luidheidsimplementaties in de broadcastsector leert bijvoorbeeld dat nogal wat omroepen proberen aan de R 128 norm te voldoen door simpelweg een processor aan het einde van de zendlijn te plaatsen. Vooral in de VS – waar luidheidsnormalisering door president Obama bij wet verordend is, maar minder eenduidig gespecificeerd is dan in Europa – lijken stations dit te zien als een aantrekkelijke methode om boetes te voorkomen. Het probleem is alleen dat die aanpak niet leidt tot een betere kwaliteit audio (dynamisch, maar met dezelfde gemiddelde luidheid), maar typisch tot een zwaar gecomprimeerde eenheidsworst van geluid. En dat terwijl de luidheidsnormalisatie juist ruimte biedt om dynamischer te mixen en bedoeld was als iets dat het best vroeg in de keten kan worden toegepast; het zogeheten ‘normalise at the source’ concept. Het goede nieuws is dat het bewustzijn rond dit problem aan het groeien is. De EBU PLOUD groep hoopt nog voor de IBC een update van debelangrijkste loudness specificaties te publiceren, inclusief de ‘production guidelines’ (EBU Tech 3343), zodat zoveel mogelijk audiomixers kunnen profiteren van de ervaringen die in de diverse landen zijn opgedaan. De aandacht van de groep is nog steeds grotendeels gericht op televisie, onder andere op de vraag hoe drama- en filmmateriaal het beste kan worden genormaliseerd.
Ondertussen groeit de interesse voor luidheidsnormalisatie bij radio. Zo hebben de Duitse ARD-omroepen al aangekondigd (geleidelijk) over te willen op luidheidsnormalisering voor radioproductie (-23 LUFS). En tijdens de meest recente PLOUD meeting in Wenen gaf American Public Media een presentatie over de invoering van luidheidsnormalisatie bij de publieke omroepen in de Verenigde Staten. Alle control rooms van het Amerikaanse NPR hebben inmiddels luidheidsmeters. Oplossing Een ander gebied om in de gaten te houden, zijn de zogeheten portable media players. Deze zijn (bij wet) in volume gelimiteerd om gehoorbeschadigingen te voorkomen, maar de manier waarop dat nu wordt gedaan, is niet ideaal. Het gebruik van een luidheids-gebaseerde dosismeting zou hier wel eens een oplossing voor kunnen zijn en ook omroepen kunnen helpen hun content voor dat soort platforms beter gemakkelijker te normaliseren. Luidheid is ook steeds vaker een onderwerp voor online platforms. Zo normaliseert Google sinds een aantal maanden de content op haar YouTube dienst; over de manier waarop dit precies wordt gedaan, ontstond overigens direct hevige speculatie in audiofora. En dan is er nog de toegenomen interesse in muziekproductie en de filmindustrie. Kortom, er is nog genoeg relevant luidheidswerk te verrichten.