Zoals vele industrieën kent ook de TV-industrie veel begrippen die voor de ingewijden gesneden koek zijn maar voor anderen om meer uitleg vragen. Voor deze laatste categorie heeft Screenforce de belangrijkste begrippen over TV en over online video op een rij gezet en uitgelegd. De begrippenlijst legt alle termen uit, van spotbereik, TV ZenderTotaal en Overig Schermgebruik tot BVOD en TVOD. Hierdoor wordt het eenvoudiger om het TV-ecosysteem te begrijpen. Een deel van de begrippen is overgenomen van de begrippenlijst NMO. Daarnaast heeft Out Of Office Media ook een bijdrage geleverd aan dit overzicht.
Wil jij een aanvulling of correctie op deze begrippenlijst doen, stuur dan je bijdrage naar info@screenforce.nl.
TIP: middels ‘Ctrl+F’ kun je zoeken in de woordenlijst.
TV | ||
6+ | 6+ staat voor de doelgroep 6 jaar en ouder. Voor TV-kijkcijfers gebruikt SKO (Stichting KijkOnderzoek) als basis doelgroep de totale Nederlandse bevolking. De populatie van deze doelgroep is in het jaar 2021 door het CBS vastgesteld op 16.111.000. | |
AANDEEL UITGESTELD KIJKEN IN KIJKDICHTHEID (UGKA) | Het aandeel uitgesteld kijken is gedefinieerd als het deel van de kijktijd dat uitgesteld gekeken is in de totale kijktijd van een programma, zender of tijdvak. | |
BASISPRIJS | De basisprijs is de kale GRP prijs van een exploitant exclusief alle indexen die uiteindelijk de kosten per GRP bepalen voor een maand. De basisprijs wordt op jaarbasis vastgesteld en is onder meer afhankelijk van de totale besteding van een adverteerder in een jaar. Bij Ster werkt men met een vaste basisprijs voor alle adverteerders. | |
BEREIK | Het procentuele of absoluut aantal kijkers binnen de doelgroep dat een programma of commerciële uiting heeft gezien. In de standaard rapportages van SKO over programma’s geldt hierbij dat iemand minimaal 1 minuut aaneengesloten heeft gekeken (bereik ondergrens). | |
BLOKGEMIDDELDE | Het blokgemiddelde is de gemiddelde kijkdichtheid van alle uitingen binnen een reclameblok. Dit gemiddelde geldt als basis voor de berekening en afrekening van de GRP’s. Dit wordt ook wel de blok GRP genoemd | |
BREAK | Een break is een programmaonderbrekend reclameblok. Hetzelfde programma is zowel voor als na de break zichtbaar. Dit is alleen mogelijk bij commerciële zenders. | |
BUITENSHUIS KIJKEN | Mensen kijken niet alleen thuis TV, maar bijv. ook in horecagelegenheden of op het werk. Dit kijkgedrag van de panelleden wordt niet gemeten. Vooral bij sportevenementen kan het om grote groepen kijkers gaan. Het kijken bij anderen thuis wordt wél gemeten middels het kijkgedrag van gasten bij de panelleden thuis. | |
CAMPAGNE | Serie uitzendingen van één of meerdere commercials gedurende een bepaalde periode ten behoeve van reclame voor een bepaald merk, product, dienst, persoon, bedrijf of instelling met een bepaalde doelstelling, gericht op een bepaalde doelgroep. | |
DOELGROEP | Een doelgroep is een subgroep van de populatie op basis van bepaalde achtergrondkenmerken, bijvoorbeeld leeftijd, geslacht en/of sociale klasse. Bekende voorbeelden zijn de 20-34-jarigen, boodschappers 20-49 of business-to-business (B-to-B). In SKO verband is sprake van commerciële doelgroepen waarvan de populatieaantallen jaarlijks door SKO vastgesteld worden op basis van CBS data. Dit gebeurt aan het begin van elk nieuw jaar. | |
DOELGROEPINDEX | Iedere beschikbare inkoopdoelgroep heeft een eigen doelgroepindex welke over de basisprijs berekend moet worden om de uiteindelijke kosten per GRP (K/GRP) te bepalen. Deze worden voor een heel jaar vooraf vastgesteld en zijn verschillend per sales house. In het algemeen geldt, hoe lastiger de doelgroep te bereiken is, hoe hoger de index is. | |
EFFECTIEF BEREIK | Het percentage personen binnen een gekozen doelgroep dat, na uitzending van een reeks uitzendingen, meerder keren is bereikt. Dit kan bijvoorbeeld 3+ (3 maal of vaker), 5+ (5 maal of vaker) maar ook 3-6 (tussen de drie- en zesmaal) of 5-8 (tussen de 5 en 8 maal) zijn afhankelijk van de strategie. 3+ staat in dit voorbeeld voor de contactfrequentie; het aantal maal dat een commercial minimaal 3 keer is gezien door een bereikt persoon. | |
FULL AUDIT ZENDERS | Full audit zenders zijn zenders waarover SKO op dagbasis en op minuutniveau op programma- en commercialniveau rapporteert. Alle programma’s en commercials worden gecodeerd, gecategoriseerd en geharmoniseerd over de verschillende zenders. | |
GCF (GEMIDDELDE CONTACT FREQUENTIE) | De gemiddelde contact frequentie geeft aan hoe vaak de bereikte personen binnen de gekozen doelgroep gemiddeld in contact zijn geweest met de commercial. Een eenvoudige manier om dit te berekenen is het delen van het behaalde aantal GRP’s door het netto 1+ bereik. | |
GECONSOLIDEERDE KIJKCIJFERS | Vanaf 1 januari 2008 wordt ook het uitgestelde kijkgedrag (op de dag van uitzending en de 6 opvolgende dagen) in het TV-zendertotaal opgenomen. Dat betekent dat de geconsolideerde kijkcijfers pas na zeven dagen bekend worden gemaakt. Het TV Zendertotaal betreft de kijktijd naar alle zenders in meting. | |
GRP (GROSS RATING POINT) | Een GRP is 1% bruto kijkdichtheid binnen een bepaalde doelgroep. Een GRP is de officiële currency binnen TV planning. Indien een doelgroep bestaat uit 1.000.000 personen staat 1 GRP voor 10.000 personen binnen deze doelgroep, indien een doelgroep bestaat uit 3.400.000 personen staat 1 GRP voor 34.000 personen binnen deze doelgroep. De term gebruikt men als men spreekt over de kijkdichtheden van commercials. | |
KIJKDICHTHEID | De kijkdichtheid (kdh) van een programma of tijdvak is het gemiddelde percentage kijkers per minuut, gedurende dit programma c.q. tijdvak. | |
KIJKTIJD | De kijktijd is gedefinieerd als de gemiddelde tijd die een doelgroep naar bijvoorbeeld een programma of een tijdvak heeft gekeken, uitgedrukt in minuten. Personen binnen de doelgroep die niet gekeken hebben tellen wel mee in dit gemiddelde (0 minuten gekeken). | |
KIJKTIJD KIJKER | De kijktijd is gedefinieerd als de gemiddelde tijd die een doelgroep naar bijvoorbeeld een programma of een tijdvak heeft gekeken, uitgedrukt in minuten. Personen binnen de doelgroep die niet gekeken hebben tellen niet mee in dit gemiddelde. Kijktijd Kijker wordt berekend door de totale kijktijd te bruteren met het bereik van het tijdvak of programma. | |
KOSTEN PER GRP (K/GRP) | De kosten per GRP ontstaat na het vermenigvuldigen van de basisprijs met alle indexen en is de prijs per GRP die uiteindelijk betaald moet worden voor de in te kopen GRP’s. We noemen dit ook wel de GRP prijs. Het kan ook berekend worden door de netto kosten van een campagne te delen door het aantal gerealiseerde GRP’s. | |
LIGHT AUDIT ZENDERS | Light audit zenders zijn zenders waarover SKO alleen het cumulatieve week-of maandbereik (uitgedrukt in % en in absolute aantal kijkers) rapporteert. Er wordt niet op programma- en commercialniveau gerapporteerd. Broadcasters mogen wel voor intern gebruik kijkcijfers op detailniveau berekenen voor light audit zenders. | |
LINEAIR | Het TV-kijken op het moment van uitzending. Ook wel live kijken genoemd. Het grootste deel van de tijd dat we naar het TV-toestel kijken gaat naar lineair kijken, in 2020 was dit 66%. Indien een gebruiker een lineair programma pauzeert en later verder kijkt valt dit reeds onder Uitgesteld Kijken. | |
MAANDINDEX | Iedere maand heeft een eigen prijsindex welke over de basisprijs berekend moet worden om de uiteindelijke kosten per GRP (K/GRP) te bepalen. Deze worden per broadcaster voor een heel jaar vooraf vastgesteld en zijn afgestemd op vraag en aanbod. De maandindex is ook bekend als de seasonality index. | |
MARKTAANDEEL | Het marktaandeel is het percentage kijkers naar een programma of zender, gepercenteerd op het totale kijkerspubliek binnen de doelgroep op dat moment. Het marktaandeel wordt berekend op de kijktijd van alle zenders bij elkaar opgeteld. Er wordt geen rekening gehouden met de kijkers die op dat moment via het TV-toestel naar bijvoorbeeld Videoland kijken. | |
MARKTAANDEEL IN TOTAAL UGK | Het marktaandeel uitgesteld kijken is gedefinieerd als het aandeel van het gerealiseerde uitgestelde kijken voor een bepaalde uitzending of tijdvak, ten opzichte van de totale uitgestelde kijkdichtheid tot en met zes dagen na uitzending. Dit is een ander resultaattype dan het aandeel uitgesteld kijken, omdat er in de noemer gebruikt wordt gemaakt van de opsomming van al het uitgestelde kijken dat gedurende een week plaatsvindt. | |
MARKTINDEX | Iedere maand publiceert een broadcaster een marktindex. Deze worden per maand vastgesteld en zijn afgestemd op de verwachte vraag en aanbod voor de betreffende maand. Deze index wordt samen met andere indexen als de maandindex, productindex, spotlengte-index en doelgroepindex gebruikt om de uiteindelijke kosten per GRP (K/GRP) te bepalen. | |
NETTO 1+ BEREIK | Het percentage personen binnen een gekozen doelgroep dat, na uitzending van een reeks uitzendingen, eenmaal of vaker is bereikt. Het netto 1+ bereik wordt ook wel het cumulatieve bereik of netto bereik genoemd. | |
NON-SPOTBESTEDINGEN | De non-spotbestedingen worden vooral gevormd door de investeringen die adverteerders buiten de reclameblokken doen in programma participatieprojecten en in partnerships met de content merken van de Screenforce broadcasters, over al haar platforms. Ook billboarding is een vorm van non-spot advertising. Sinds 2016 maken ook de campagnes in samenwerking met de social influencers van Ad Alliance en Talpa Network onderdeel uit van de non-spotbestedingen. | |
ONLINE DEVICES | Apparaten met internettoegang, zoals: desktop, laptop, smartphone en tablet. Video in het algemeen en TV-content in het bijzonder wordt in steeds meerdere mate geconsumeerd via online devices. Daarom maken deze apparaten ook onderdeel uit van het TV-kijkonderzoek. | |
ONLIVE VIDEOPLATFORMS | Dit zijn websites en apps die video’s aanbieden die gebruikers online kunnen afspelen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld YouTube, Netflix, TikTok en Amazon Prime. TV-broadcasters zijn ook actief in dit deel van de markt. Denk aan NPO Start, Videoland, Disney+ of Discovery+. | |
OVERIG SCHERMGEBRUIK | Binnen het kijkonderzoek bestaat Overig Schermgebruik uit de tijd die besteed wordt aan het kijken naar andere content dan die van de TV-zenders. Deze kijktijd wordt toebedeeld aan de randapparaten waarmee gekeken wordt (DVD, HDR, set top box, mediacenter of TV-app). De categorie Overig Schermgebruik opgeteld bij TV ZenderTotaal geeft de SchermTijd weer. | |
PRODUCTINDEX | Ieder pakket (=product) heeft een eigen index welke over de basisprijs berekend moet worden om de uiteindelijke kosten per GRP (K/GRP) te bepalen. Deze worden voor een heel jaar vooraf vastgesteld voor de verschillende producten die de broadcasters aanbieden. | |
PROGRAMMABEREIK | Het programmabereik is gedefinieerd als het percentage kijkers dat minimaal één minuut van een programma aaneengesloten heeft gekeken. Sinds augustus 2020 rapporteert SKO het programmabereik dagelijks op haar website en in haar app. | |
PUBLICATIEDATA | De inkoop van TV-campagnes gebeurt per maand. Iedere maand heeft een publicatie datum (start van de inkoop en publicatie de marktindex) en een sluiting aanvragen datum (einde van de eerste inkoopronde). Ook heeft iedere maand een datum waarop de campagnes aan de aanvragende partijen verzonden worden. Deze datums worden vooraf voor een heel jaar bekend gemaakt door Screenforce op hun website. | |
SCHERMTIJD | De categorie Overig Schermgebruik opgeteld bij TV ZenderTotaal geeft de totale kijktijd weer die het TV-toestel gegenereerd heeft. We noemen dit SchermTijd. | |
SELECTIVITEIT | De selectiviteit is de mate waarin een programma, tijdvak of commercial beter of slechter bekeken wordt door een doelgroep. Hiertoe wordt de kijkdichtheid van de doelgroep gedeeld op de kijkdichtheid van de doelgroep 13 jaar en ouder (= index 100) | |
SHOULDER | Een shoulder is een reclameblok tussen twee verschillende programma’s in. Dit is vooral bij de publieke zenders het geval. Commerciële zenders kennen vooral breaks. | |
SPOT | Een TV-commercial wordt ook wel een spot genoemd. | |
SPOTBEREIK | Het spotbereik is gelijk aan de kijkdichtheid van de minuut waarin het begin van de spot valt. Het spotbereik wordt berekend op basis van het zogenaamde kijkkansmodel. | |
SPOTBESTEDINGEN | De bestedingen die adverteerders gedaan hebben door de inkoop van commercials op de bij Screenforce aangesloten broadcasters. Deze commercials worden uitgezonden top de TV-zenders en/of uitgespeeld op de online videoplatforms van de zenders. De bestedingen zijn altijd netto in tegenstelling tot de bestedingen die Nielsen rapporteert. Deze zijn bruto, zonder aftrek van incentives. | |
SPOTKIJKDICHTHEID | De kijkdichtheid van een spot is gedefinieerd als het gemiddelde percentage kijkers per seconde, gedurende de minuut waarin het begin van de spot valt. | |
SPOTLENGTE-INDEX | Iedere spotlengte heeft een eigen index welke over de basisprijs berekend moet worden om de uiteindelijke kosten per GRP (K/GRP) te bepalen. Deze worden voor een heel jaar vooraf vastgesteld, gaan per 5 seconden en zijn marktconform. De index voor een korte spotlengte is relatief hoger dan die voor een langere commercial. | |
TV ZENDERTOTAAL | TV ZenderTotaal is de optelling van de tijd die gekeken is naar content van de TV-zenders. Dit is opgebouwd uit het live (lineair) en uitgesteld (non-lineair) kijken. Het terugkijken van TV-programma’s op online platforms is in 2021 nog een onderdeel van het TVZenderTotaal. | |
UITGESTELD KIJKEN (UGK) | In het kijkonderzoek wordt naast het lineair kijken tijdens de uitzending ook het uitgesteld kijken naar programma’s gemeten via het TV-toestel. Dit telt mee indien het uitgesteld kijkgedrag op de dag van uitzending of in de 6 dagen na uitzending heeft plaatsgevonden. | |
UITZENDDAG (KDU) | Deze resultaten betreffen kijkcijfers op de dag van uitzending. Het is een optelling van de kijkcijfers tijdens de uitzending en het uitgesteld kijken op de uitzenddag, dag 0. Deze kijkcijfers op de uitzenddag zijn tijdelijke kijkcijfers, omdat de geconsolideerde kijkcijfers (inclusief het uitgesteld kijken van dag 0 t/m dag 6) pas zes dagen later beschikbaar zijn. | |
VOLUMECONTRACT | Adverteerders kunnen voor een bepaalde periode, meestal een kalenderjaar, een volumecontract onderhandelen bij commerciële broadcasters. Op basis van het toegezegde volume kan een basisprijs onderhandeld worden. | |
VOORKEURSPOSITIES | In ieder reclameblok zijn de eerste, tweede, voorlaatste en laatste positie een voorkeurspositie. Tegen betaling van een extra index kan een van deze posities ingekocht worden. Jaar- of volumecontracten bevatten soms is ook een afspraak over een percentage voorkeursposities. | |
ZENDERBEREIK | Het zenderbereik is gedefinieerd als het percentage kijkers dat, gedurende een reeks tijdvakken, minimaal één keer gedurende een bepaalde tijd (hierbij geldt geen ondergrens) naar een bepaalde zender heeft gekeken. | |
ONLINE VIDEO | ||
AUTOPLAY | Een video die automatisch start zonder dat de gebruiker op “play” hoeft te drukken. Nadat een gekozen video is uitgespeeld wordt de volgende video automatisch gestart om zo de kijker langer vast te houden. | |
AVOD | Een afkorting voor Advertising-based Video On Demand: een video on demand platform met video’s die vooraf gegaan of in sommige gevallen onderbroken worden door een of meer commercials. Hierdoor is het gebruik ervan meestal gratis. Voorbeelden van AVOD platforms zijn nu.nl of YouTube. Zie ook BVOD, VOD, TVOD en SVOD. | |
BUMPER ADS | Een pre-roll van maximaal 6 seconden die niet geskipt kan worden en uitgekeken moet worden voordat de videocontent kan starten of continueren. | |
BVOD | Een afkorting voor Broadcaster Video On Demand, een video on demand platform dat eigendom is van de broadcaster met daarop TV-content die vooraf gegaan of in sommige gevallen onderbroken wordt door een of meer commercials. Hierdoor is het gebruik ervan meestal gratis. Voorbeelden van BVOD platforms zijn KIJK en RTLXL. Zie ook AVOD, VOD, TVOD en SVOD. | |
CPA | Een afkorting die staat voor Cost Per Action. Dit staat voor kosten per ontstane actie naar aanleiding van de commerciële video. De actie kan bijvoorbeeld bestaan uit het invullen van een formulier of een aankoop. | |
CPC | Een afkorting die staat voor Cost Per Click. Dit staat voor kosten per klik naar aanleiding van de commerciële video. De click kan plaatsvinden die een banner die gelijktijdig met de commercial in beeld komt. Maar er kan ook op de commercial zelf geklikt worden. | |
CPCV | Een afkorting die staat voor Cost Per Completed View. Dit staat voor kosten per 100% afgespeelde video. Alleen volledig afgespeeld video’s worden meegerekend voor de berekening van de CPCV. | |
CPM | Een afkorting die staat voor Cost Per Mille. Dit staat voor kosten per duizend impressies. De CPM is het tarief op basis waarvan ingekocht wordt. Hij is vergelijkbaar met de GRP prijs voor TV. | |
CPV | Een afkorting die staat voor Cost Per View. Dit staat voor kosten per impressie na het bekijken van een te bepalen aantal seconden of een interactie met de commerciële video. Skippable ads (True View) op YouTube worden op deze manier afgerekend. | |
CTR | Een afkorting die staat voor Click Through Rate. Dit staat voor het percentage clicks naar aanleiding van de geserveerde video. Hiertoe wordt het aantal kliks gedeeld op het aantal impressies van de commerciële video. | |
FIRST PARTY DATA | Dit betreft data verkregen uit eigen kanalen. Voor een adverteerder kan dit bijvoorbeeld de eigen website of een social media kanaal zijn. Voor een broadcaster kan dit bijvoorbeeld een VOD platform zijn. Deze data wordt gebruikt voor de targeting op de doelgroep. Zo kan een adverteerder zijn eigen consumenten targetten of juist vermijden in haar online campagne. | |
FORCED (NON-SKIPPABLE) | Een commerciële video die uitgekeken moet worden voordat de videocontent (verder) bekeken kan worden. Deze commerciële video’s kunnen niet geskipt worden. | |
FREQUENCY CAP | Het sturen naar een maximaal aantal contacten met een commerciële video met dezelfde kijker in een bepaalde periode. Een frequency cap kan alleen per publisher afgesproken worden, tenzij publishers data over bezoekers van hun sites aan elkaar gekoppeld hebben of met bijvoorbeeld logins werken | |
IMPRESSIE (VIEW) | Een impressie is een weergave van een online advertentie. Minimaal 50% van de advertentie moet minimaal twee ononderbroken seconden worden afgespeeld op een zichtbare plaats van een pagina in een geselecteerd tabblad. Deze standaard is door de MRC (Media Rating Councel) vastgesteld en wordt door alle landen in de wereld overgenomen. | |
INSTREAM VIDEO | Een commerciële video die vóór, tijdens of na videocontent getoond wordt. Voorbeelden zijn pre-rolls, mid-rolls en post-rolls. | |
LONG FORM VIDEO | Videocontent met een totale afspeelduur van 10 minuten of meer. Voorbeelden hiervan zijn de programma’s op NPO Start, KIJK, RTLXL of Videoland. | |
MID-ROLL | Een commerciële video die tussen de videocontent in getoond wordt, vergelijkbaar met een break bij TV-reclame. | |
MUTED | Een video waarvan de gebruiker het geluid uitzet | |
NON-SKIPPABLE (FORCED) | Een commerciële video die uitgekeken moet worden voordat de videocontent (verder) gekeken kan worden. Deze commerciële video’s kunnen niet geskipt worden. | |
OUTSTREAM VIDEO | Een commerciële video die in een niet-video omgeving getoond wordt, bijvoorbeeld tussen twee geschreven artikelen in. Er volgt geen videocontent na de commerciële video. Voorbeeld van een outstream video is een videobanner. | |
POST-ROLL | Een commerciële video die na afloop van de videocontent getoond wordt. | |
PRE-ROLL | Een commerciële video die voorafgaand aan de videocontent getoond wordt. | |
ROC | Een inkoopvorm die staat voor Run Of Channel. Hierbij wordt gestuurd naar een gewenst umfeld binnen een videonetwerk, bijvoorbeeld vrouwentitels | |
RON | Een inkoopvorm die staat voor Run Of Network, het zonder sturing inkopen van commerciële video op een videonetwerk. Door het gebrek aan sturing is dit de meest voordelige inkoopvorm | |
ROS | Een inkoopvorm die staat voor Run Of Site. Hierbij wordt gestuurd naar een specifieke site of titel binnen een advertentienetwerk. Door de specifieke sturing is dit na RON en ROC de meest kostbare inkoopvorm | |
SECOND PARTY DATA | Data afkomstig van een partner waarmee je samenwerkt voor een online campagne. Indien een adverteerder bijvoorbeeld gebruik wil maken van de data van RTL om op RTLXL te adverteren dan maakt de adverteerder gebruik van second party data. RTL is de eigenaar van deze data welke verkregen is op de eigen platformen dus voor RTL is dit First Party Data. | |
SHORT FORM VIDEO | Videocontent met een totale afspeelduur van minder dan 10 minuten. Voorbeelden hiervan zijn de nieuwsberichten op Nu.nl of NOS.nl. | |
SKIPPABLE (TRUE VIEW) | Een commerciële video die na 5 seconden geskipt kan worden om vervolgens de videocontent (verder) te kijken. Maar een view telt pas mee indien de video minimaal 30 seconden is uitgespeeld (of korter indien de uiting korter is) of er sprake is geweest van een interactie (bijvoorbeeld een click). | |
SVOD | Een afkorting voor Subscriptional Video On Demand, een video on demand platform waarbij een betaald abonnement nodig is om alle content te bekijken. Voorbeelden van deze platforms zijn Netflix, Videoland of Disney+. Zie ook VOD, AVOD, BVOD en TVOD. | |
TARGETING | Het sturen naar het bereiken van een specifieke doelgroep. Deze doelgroep kan gedefinieerd zijn op basis van demografische data (leeftijd, geslacht), op interesse (kijkers van autovideo’s) m.b.v. first, second of third party data. | |
THIRD PARTY DATA | Data welke door bijvoorbeeld een adverteerder of broadcaster wordt ingekocht van een derde partij om adverteerder en broadcaster te helpen met het targetten op hun doelgroep. Het gebruik van third party data wordt nu teruggedrongen omdat veel van deze data verzameld wordt met third party cookies, die op steeds minder platforms zijn toegestaan en/of niet meer worden verzameld | |
TRUE VIEW (SKIPPABLE) | Een commerciële video die na 5 seconden geskipt kan worden om vervolgens de videocontent (verder) te kijken. Maar een view telt pas mee indien de video minimaal 30 seconden is uitgespeeld (of korter indien de uiting korter is) of er sprake is geweest van een interactie (bijvoorbeeld een click). | |
TVOD | Een afkorting voor Transactional Video On Demand, een video on demand platform waarbij de gebruiker moet betalen per te bekijken titel, ook wel pay-per-view genoemd. Voorbeelden van TVOD platforms zijn Pathé Thuis en de video libraries van Ziggo en KPN. Zie ook VOD, AVOD, BVOD en SVOD | |
USER INITIATED | Een video die pas start als de gebruiker op “play” drukt. Het tegenovergestelde van autoplay. | |
VAST | Een afkorting die staat voor het Video Ad Serving Template protocol. VAST is een IAB standaard die opgezet is voor het kwalitatief meten en serveren van online video advertenties. Alle noodzakelijke data en (meet) tags zijn geïmplementeerd zodat er voor de adverteerder meer kwalitatieve output ontstaat en consumenten een beter gestroomlijnde videostream kunnen ervaren. | |
VIEW (IMPRESSIE) | Een impressie is een weergave van een online advertentie. Minimaal 50% van de advertentie moet minimaal twee ononderbroken seconden worden afgespeeld op een zichtbare plaats van een pagina in een geselecteerd tabblad. Deze standaard is door de MRC (Media Rating Councel) vastgesteld en wordt door alle landen in de wereld overgenomen. | |
VIEWABILITY | Een percentage van het totale beeld dat een gebruiker daadwerkelijk ziet. Viewability is een metric die met apart software als Moat en Double Verify gemeten kan worden. Zie ook view en impressie. | |
VOD | Een afkorting die staat voor Video On Demand. Een consument kan kiezen welke videocontent hij of zij op een moment en device naar keuze wil bekijken. Zie ook AVOD, BVOD, SVOD en TVOD | |
VPAID | Een afkorting die staat voor Video Player Ad Interface Definition. Dit is een verrijking van het VAST protocol die interactie met de commerciële video mogelijk maakt. | |
VTR | Een afkorting die staat voor View Through Rate. Dit staat voor het percentage van de video dat gemiddeld uitgekeken is. | |
ZERO PARTY DATA | Is First Party Data met expliciete consent van de bezoeker, bijvoorbeeld door het aanvinken van een box ter akkoord voor het gebruik van de data. |
Een deel van de begrippen uit deze begrippenlijst komen van SKO. Kijk voor meer begrippen op https://kijkonderzoek.nl/onderzoek/methodologie/begrippen.
Internationale termen
The Global TV Group heeft een begrippenlijst gepubliceerd met een uitgebreid overzicht van de internationaal meest gebruikte termen van het TV-ecosysteem, met daarbij voor elke term een duidelijke omschrijving. Je kan dit rapport hier gratis downloaden.