Er is al veel gepubliceerd over de positieve relatie tussen social media zoals Facebook en Twitter en TV. Veel Tweets over een TV programma leiden tot een hogere kijkdichtheid maar andersom leidt een hogere kijkdichtheid ook tot meer tweets.
Nielsen heeft in de VS onderzocht wat de relatie is tussen social media en de betrokkenheid van kijkers bij TV programma’s. Met behulp van hersenonderzoek wordt duidelijk dat TV kijkers een hogere betrokkenheid hebben bij programma onderdelen waarover veel getweet wordt. Goed nieuws voor adverteerders is dat deze verhoging van betrokkenheid leidt tot een grotere reclameherinnering en uiteindelijk een grotere product aankoop.
Relatie tussen Twitter activiteit en betrokkenheid bij TV-programma bijna 80%
Uit de analyses van Nielsen blijkt dat hoe meer er in een minuut over een TV programma wordt getwitterd hoe groter de betrokkenheid van de kijkers is bij dat TV programma. De gevonden correlatie tussen Twitter activiteit en betrokkenheid was maar liefst 80%. De betrokkenheid werd in kaart gebracht door bij de respondenten de activiteit in de belangrijkste hersenlocaties voor emoties, het geheugen en aandacht te meten. Volgens Nielsen geeft social media activiteit, hier de specifieke Twitter data, inzicht in de betrokkenheid van de kijkers bij het TV programma.
Hogere betrokkenheid leidt tot een grotere reclameherinnering en grotere product verkoop
Volgens Nielsen is een hoge betrokkenheid bij TV-programma’s om drie redenen belangrijk. Ten eerste maakt het ons duidelijk dat goede TV-content verschillende belangrijke psychologische processen in het brein van TV-kijkers stimuleert. Ten tweede hangen deze psychologische processen positief samen met aankoopgedrag. Te derde leidt een hoge betrokkenheid bij een TV programma tot een grotere reclameherinnering en een grotere product verkoop.
Resultaten zijn ook belangrijk voor adverteerders en mediabureaus
Het onderzoek heeft drie praktische implicaties:
1. Voor TV exploitanten geven minuut tot minuut analyses van het twitter gedrag inzicht in de betrokkenheid van de TV kijker per scene of programma onderdeel van het TV programma
2. Adverteerders en mediabureaus kunnen twitter data gebruiken om in hun mediaplanning de betrokkenheid van de TV kijkers mee te wegen, immers hogere betrokkenheid leidt tot een grotere reclameherinnering en productverkoop
3. TV exploitanten en productiebedrijven kunnen hersenonderzoek, zoals de door Nielsen toegepaste ‘neuro science technology’, gebruiken om hun programmering te optimaliseren
Onderzoeksopzet
Voor het onderzoek heeft Nielsen een steekproef van 300 Amerikanen van 21-54 jaar oud naar acht verschillende prime time TV programma’s laten kijken. De steekproef was representatief voor de Amerikaanse bevolking in deze leeftijdsgroep. Terwijl de respondenten live naar de TV programma’s keken werd tegelijkertijd van minuut tot minuut hun hersenactiviteit gemeten. Naderhand werden de hersenactiviteit data afgezet tegen een database met het totale aantal tweets dat per minuut per bekeken TV programma werd verstuurd.
De Engelse tekst met de resultaten van dit Nielsen onderzoek, getiteld ‘Social TV: a bellwether for TV audience engagement’, zijn na te lezen op de Nielsen-site.
Meer Twitter TV analyses
SPOT heeft eerder onderzoek met als onderwerp Twitter en TV gepubliceerd van onderzoeksbureau Kantar. Dat onderzoek toont aan dat er een positief verband is tussen het aantal tweets en het aantal kijkers naar een TV programma. In een eerder onderzoek bracht Nielsen in kaart brengt dat de relatie tussen het aantal tweets en de kijkdichtheid tweerichtingsverkeer is. Niet alleen leiden meer tweets tot een hogere kijkdichtheid maar andersom leidt een hogere kijkdichtheid ook vaak tot meer tweets.